Er zijn veel vragen over kinderopvang en het coronavirus. Om de maatschappij niet verder te ontwrichten is het belangrijk dat de kinderopvang blijft functioneren. Hieronder een vraag en antwoord van de Rijksoverheid (bijgewerkt op 14 maart 2020)
Moet de kinderopvang sluiten?
Het besmettingsgevaar bij kinderen is klein. Indien er toch een verhoogd risico is op besmetting, kan een lokale GGD besluiten om een locatie te sluiten. Om maatschappelijke ontwrichting te beperken en te zorgen dat vitale sectoren zoals zorg brandweer en elektriciteit blijven functioneren is het belangrijk dat de kinderopvang openblijft. Hierdoor kunnen ouders uit vitale sectoren blijven werken.
Welke maatregelen moet ik als kinderopvangorganisatie of gastouder nemen?
Neem de gebruikelijke maatregelen om overdracht van griep en verkoudheid te voorkomen:
- Zorg dat de kinderen en uzelf regelmatig de handen wassen met water en zeep en afdrogen met een papieren handdoek.
- Leer kinderen dat ze hoesten en niezen in de binnenkant van de elleboog.
- Gebruik papieren zakdoekjes als u moet hoesten of niezen. En gooi ze direct weg.
- Geen handen schudden.
Mijn kind gaat naar een kinderdagverblijf of gastouder. Moet ik thuis maatregelen nemen?
Is uw kind niet ziek, neem dan de volgende maatregelen om overdracht van griep en verkoudheid te voorkomen:
- Geef elkaar geen handen
- Zorg dat de kinderen en uzelf regelmatig de handen wassen met water en zeep en afdrogen met een papieren handdoek
- Leer kinderen dat ze hoesten en niezen in de binnenkant van de elleboog
- Gebruik papieren zakdoekjes als u moet hoesten of niezen. En gooi ze direct weg
Kinderen die last hebben van milde gezondheidsklachten moeten thuisblijven. Milde gezondheidsklachten zijn:
- Niezen
- Keelpijn
- Loopneus
- Licht hoesten
- Verhoging tot 38 graden
Verergeren de klachten, neem dan telefonisch contact op met uw huisarts.
Wat gebeurt er als er niet aan de beroepskracht-kindratio (BKR) kan worden voldaan?
Het ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft verzocht aan de toezichthouder en handhaver om coulance te betrachten, zolang het advies van het RIVM geldt. Het is aan de toezichthouder om de situatie ter plaatse te beoordelen.
Bron : Rijksoverheid
[adrotate group=”5″]
[TheChamp-FB-Comments num_posts=”10″]