Er zijn veel vragen over kinderen en het coronavirus. Hieronder informatie en een vraag en antwoord van de RIVM, over kinderen en het coronavirus (bijgewerkt op 26 april 2020 10:00 AM)
Wereldwijd zijn er relatief weinig kinderen gemeld met COVID-19, de ziekte die wordt veroorzaakt door het nieuwe coronavirus. Ook de Nederlandse gegevens bevestigen het beeld dat er al was: kinderen spelen een kleine rol in de verspreiding van het nieuwe coronavirus. De meeste verspreiding vindt plaats onder volwassenen en van volwassen familieleden naar kinderen. Verspreiding van COVID-19 onder kinderen of van kinderen naar volwassenen komt minder vaak voor. Omdat het virus nog nieuw is, doen we veel onderzoek om meer over het virus te weten te komen. Dit onderzoek gaat onder andere over de rol van kinderen in de verspreiding van het virus. Lees meer over wat het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu doet, hoe we tot deze conclusies komen en wat dit concreet betekent.
Kinderen & COVID-19
Wat doet het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ?
Nadat de eerste landelijke maatregelen zijn ingesteld, ontstond er een maatschappelijke discussie over het wel of niet sluiten van scholen. Hoewel de rol van kinderen bij de verspreiding van COVID-19 toen al beperkt leek, waren er veel onzekerheden. Het RIVM doet verschillende onderzoeken naar de rol van kinderen bij de verspreiding. Het RIVM:
- bestudeert in detail de meldingen die de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst ’en in Nederland heeft gedaan van COVID-19 patiënten.
- onderzoekt samen met Nivel Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg -peilstations de registraties van huisartsen over patiënten met griepachtige klachten die getest worden op COVID-19.
- doet onderzoek onder Nederlandse COVID-19 patiënten en hun gezinscontacten. Hoewel dit onderzoek, net als de andere onderzoeken, nog loopt, zijn er wel voorlopige resultaten.
- nam bij meer dan 2000 mensen bloed af om dit te testen op antistoffen tegen COVID-19, dit is de eerste fase van de zogenoemde PIENTER Corona studie.
- heeft relevante literatuur over kinderen en COVID-19 bekeken. Het gaat hier om onderzoeken die in andere landen zijn uitgevoerd.
Kinderen hebben kleine rol bij verspreiding
RIVM-onderzoek naar de meldingen toont aan dat de verspreiding van COVID-19 vooral plaatsvindt tussen personen van ongeveer dezelfde leeftijd. Dit is op basis van gegevens van patiënten met klachten. Het gaat vooral om mensen tussen 40 en 80 jaar. Het komt minder vaak voor dat volwassenen kinderen besmetten. Als dat gebeurt, blijkt dat vooral in de thuissituatie te zijn. Patiënten onder de 20 jaar spelen een veel kleinere rol in de verspreiding dan volwassenen en ouderen.
In het begin van de epidemie voerden alle GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst ’en bron- en contactonderzoek uit. Zij hielden bij hoeveel contacten van een bronpatiënt ook geïnfecteerd raakten. De bovenste grafiek laat de absolute aantallen zien (wel/niet geïnfecteerd) van geïnfecteerde contacten naar leeftijd van de bronpatiënt. De onderste grafiek laat zien hoeveel procent van de contacten ook besmet raakten, naar leeftijdsgroep van de patiënt. Bronpatiënten in de leeftijdsgroepen onder de 18 jaar die hier gevolgd werden, infecteerden geen anderen.
Geen besmette kinderen in huisartsenpraktijken
Rond de 40 huisartsenpraktijken in Nederland registreren het aantal patiënten dat de praktijk bezoekt vanwege griepachtige klachten, de Nivel Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg -peilstations. Bij een deel van deze patiënten wordt een neus- en keelwat afgenomen die in het laboratorium worden onderzocht op aanwezigheid van virussen, waaronder COVID-19. In totaal was 6,5% van hen besmet. Dit percentage was het hoogst in week 14 met 30%. De laatste weken ligt het rond 15-20%. Bij geen van de 137 patiënten onder 20 jaar die getest zijn, is een besmetting aangetroffen. Dit bevestigt het beeld dat kinderen minder snel besmet en ziek worden dan volwassenen.
COVID-19 in Nederlandse huishoudens
Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft in korte tijd een onderzoek opgezet om meer te weten te komen bij besmette COVID-19 personen en hun gezinscontacten. In samenwerking met GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst Utrecht namen gezinnen deel aan dit onderzoek. In totaal doen er tot half april 54 huishoudens mee met 239 deelnemers, waarvan 185 huisgenoten. Het gaat in toaal om 123volwassenen en 116 kinderen tussen de 1 en 16 jaar.
Hoewel het onderzoek nog loopt, zijn er al wel voorlopige eerste resultaten. Er zijn geen aanwijzingen dat kinderen jonger dan 12 jaar de eerste besmetting binnen het gezin waren. Kinderen die besmet bleken met COVID-19 hadden minder vaak symptomen dan volwassenen. Ook luchtwegklachten, zoals keelpijn, hoesten en neusverkoudheid, kwam minder vaak voor bij kinderen dan bij volwassenen.
Antistoffen in bloed komt weinig voor
Het doel van de PIENTER Corona studie is om inzicht te krijgen in doorgemaakte infectie en opbouw van antistoffen in de Nederlandse bevolking, in verschillende leeftijdsgroepen. Voor dit PIENTER Corona onderzoek zijn 6.100 deelnemers uitgenodigd om mee te doen. Hen is gevraagd om de komende 1,5 jaar tot 6 keer zelf vingerprikbloed af te nemen. Met deze metingen is het mogelijk om de verspreiding van COVID-19 en de verandering in opbouw van antistoffen in de bevolking naar leeftijdsgroepen te volgen.
Tot 17 april zijn er vingerprikbloedjes van 2.096 personen onderzocht. De eerste resultaten laten zien dat bij 3,6% van deze personen daadwerkelijk antistoffen tegen COVID-19 in hun bloed gemeten werd. Bij personen onder de 20 jaar was dat ongeveer 2%, en bij volwassenen ongeveer 4%. Het aantal mensen waarbij antistoffen in hun bloed is gevonden, is dus nog laag, vooral onder kinderen.
Ook wereldwijd klein percentage kinderen onder patiënten
Ook internationaal onderzoek bevestigt dat het percentage kinderen onder de bevestigde COVID-19 patiënten klein is, variërend van 1% bij jongere kinderen tot 6% bij oudere kinderen. Zo hebben onder andere China, Korea, Italië, Spanje en de Verenigde Staten al onderzoek gedaan naar COVID-19 en kinderen. Uit internationaal onderzoek blijkt dat de ziekte bij kinderen in het algemeen veel milder verloopt dan bij volwassenen. Wereldwijd zijn een handvol kinderen met COVID-19 overleden. De symptomen zijn wel hetzelfde als voor volwassenen. De meest voorkomende klachten zijn hoesten, koorts en keelpijn. Contactonderzoek wijst uit dat geen van de kinderen andere personen heeft besmet.
In onder andere Duitsland en de Scandinavische landen zijn de scholen inmiddels weer open. Het RIVM heeft nauw contact met zusterorganisaties in deze landen om de te evalueren welke invloed dit beleid heeft op de verspreiding van het nieuwe coronavirus in deze landen.
Middelbare scholen versus basisscholen
Op 21 april werd bekend gemaakt dat basisscholen hun deuren weer kunnen openen. Dat geldt niet voor middelbare scholen. De belangrijkste reden hiervoor is dat veel middelbare scholen een regionale functie hebben. Op een basisschool komen kinderen meestal alleen uit dezelfde wijk of dorp van hun school. Voor middelbare scholen geldt dat kinderen vaak van verder weg komen. Alhoewel kinderen een kleine rol lijken te spelen in de verspreiding, zorgt het gesloten houden van middelbare scholen ervoor dat die regionale verspreiding minder makkelijk kan plaatsvinden.
Veelgestelde vragen
Waarom is de 1,5 m maatregel voor jonge kinderen onderling minder streng?
Dat komt doordat kinderen een kleinere rol spelen in de verspreiding dan volwassenen. We weten dat er weinig kinderen zijn met COVID-19 en dat als kinderen ziek worden, de ziekte milder verloopt. Uit lopend onderzoek lijkt het dat de overdracht van het virus van kinderen onderling of van kinderen naar volwassenen minder vaak voorkomt. Naar school gaan en buitenspelen kan dus gewoon.
Toch is het verstandig om het contact tussen kinderen uit verschillende groepen, tussen kinderen en ouders en tussen ouders onderling zoveel mogelijk te beperken. Daarom moeten de 1,5 meter maatregel wel zoveel mogelijk toegepast worden, en zeker tussen basisschoolleerlingen en leraren. Het is ook heel belangrijk dat kinderen regelmatig hun handen met water en zeep wassen, en hoesten en niezen in de binnenkant van de elleboog.
Kinderen met verkoudheidsklachten zoals neusverkoudheid, loopneus, keelpijn, lichte hoest of verhoging tot 38 graden Celsius, moeten thuisblijven. Als het kind 24 uur klachtenvrij is, mag het weer naar school en buiten spelen. Uiteraard blijven kinderen met koorts en/of hoesten en/of benauwdheid, of wanneer een gezinslid deze klachten heeft ook thuis. Zie ook de vragen en antwoorden over je eigen gezondheid.
Waarom moeten leraren wel afstand tot anderen houden?
Volwassenen spelen een grotere rol in de verspreiding van COVID-19 dan kinderen. We weten dat de overdracht van het virus van kinderen onderling of van kinderen naar volwassenen minder vaak voorkomt. Kinderen kunnen wel besmet raken door volwassenen. Daarom moeten de 1,5 meter maatregel wel zoveel mogelijk toegepast worden, en zeker tussen basisschoolleerlingen en leraren
Mijn kind behoort tot een risicogroep, kan mijn kind naar school, kinderopvang en BSO?
Kinderen met onderliggende medische problematiek lijken geen groter risico te lopen op een ernstig beloop van COVID-19 dan gezonde kinderen, uitgezonderd wellicht kinderen met ernstig overgewicht en/of suikerziekte. Bij twijfel is het verstandig te overleggen met de behandelend (kinder)arts en de schoolleiding te overleggen.
Een gezinslid behoort tot een risicogroep. Mag mijn kind dan naar school?
Wanneer een gezinslid in de risicogroep valt en onder specialistische behandeling is, overleg dan met uw arts en de schoolleiding.
Mijn kind heeft hooikoorts, kan mijn kind naar school, kinderopvang op BSO?
Ja het kind kan naar school, maar omdat de klachten van hooikoorts en het nieuwe coronavirus erg op elkaar lijken kan overleg met de huisarts of schoolleiding nodig zijn. Niezen is bijvoorbeeld een typische klacht van hooikoorts maar niezen kan ook het begin zijn van een verkoudheid of COVID-19 Houdt het kind bij twijfel thuis.
Kunnen leraren en werkenden in de kinderopvang en BSO getest worden?
Als de basisscholen en kinderopvang weer open zijn, is het voor leraren mogelijk om bij neusverkoudheid of hoesten of koorts die langer dan 24 uur aanhouden getest te worden op COVID-19.
Waarom mogen kleinkinderen niet op bezoek bij opa en oma?
De maatregel dat we in Nederland zo veel mogelijk thuisblijven en alleen naar buiten gaan als het noodzakelijk blijft van kracht. Dat de basisscholen en kinderopvang nu weer open gaan, betekent niet dat we de andere maatregelen niet op moeten volgen. Ouderen zijn extra kwetsbaar. Ondanks dat kinderen een kleine rol spelen in de verspreiding van COVID-19, is het nog steeds belangrijk om als gezin zoveel mogelijk thuis te blijven.
Mogen kinderen bij elkaar spelen?
Kinderen onder de twaalf jaar mogen met elkaar buitenspelen. Kinderen van 12 tot 18 jaar mogen ook samen buiten zijn en/of sporten, maar moeten wel 1,5 meter afstand van elkaar houden.
Waarom zal de opening van basisscholen en kinderopvang niet tot meer IC intensive care -opnames leiden?
Dat komt doordat kinderen een kleine rol spelen in de verspreiding. Daarbij worden kinderen minder snel besmet en ziek dan volwassen. Bij kinderen met COVID-19 verloopt de ziekte milder. Zo komen luchtwegklachten minder vaak voor bij kinderen dan bij volwassenen. De verwachting is daarom dat de opening van scholen en kinderopvang niet tot meer opnames op de Intensive Care zal leiden.
Hoe zit het met de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma voor mijn kind en het nieuwe coronavirus?
Het is heel belangrijk dat je kind de gebruikelijke vaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma krijgt. Stel je bijvoorbeeld de 14-maandenprikken uit, dan geeft dat risico op ziekten zoals mazelen en hersenvliesontsteking door meningokokken. Dat zijn heel besmettelijke ziekten die in Nederland nog voorkomen. Heb jij of je kind verkoudheidsklachten of koorts, óf heeft iemand in het gezin koorts, neem dan contact op met het consultatiebureau.
Meer weten over vaccineren en het nieuwe coronavirus? Ga naar de veelgestelde vragen op de site van het Rijksvaccinatieprogramma.
Bron: RIVM
[TheChamp-FB-Comments num_posts=”10″]