Kinderopvangorganisaties en gastouders
Er zijn veel vragen over kinderopvang en het coronavirus. Hieronder een vraag en antwoord van de Rijksoverheid, bestemd voor kinderopvangorganisaties en gastouders (bijgewerkt op 20 mei 2020 07:30 AM)
Hier vindt u de meest gestelde vragen over de gevolgen van het coronavirus voor kinderopvangorganisaties en gastouders.
Welke maatregelen moet ik als kinderopvangorganisatie of gastouder nemen?
Er is een protocol voor de kinderopvang en gastouders waarin staat welke maatregelen zij vanaf 11 mei moeten nemen. In dit protocol wordt ingegaan op een aantal praktische aspecten rondom veiligheid en hygiëne.
Ik ben pedagogisch medewerker. Moet ik naar mijn werk?
Vanaf 11 mei 2020 geldt dat u weer naar uw werk moet, omdat vanaf die dag kinderen van 0 tot 4 jaar weer naar de dagopvang (crèche) mogen en kinderen van 0 tot 12 jaar naar de gastouderopvang. Kinderen van 4 tot 12 jaar waarvan de ouders een contract hebben met de BSO mogen vanaf 11 mei 2020 naar de BSO op de dagen dat zij naar school gaan, aangepast dus volgens het ritme van school.
Kan ik mij als pedagogisch medewerker/gastouder laten testen op het coronavirus?
Medewerkers in de kinderopvang en gastouders die beroepsmatig in aanraking komen met groepen kinderen, krijgen vanaf 6 mei de mogelijkheid om zich te laten testen op het virus. Een medewerker/gastouder met symptomen van hoesten en/of neusverkouden en/of koorts, kan getest worden volgens het RIVM-testbeleid.
Ik ben werkzaam bij de kinderopvang/BSO en ik behoor tot de risicogroep. Moet ik thuis blijven of kan ik aan het werk?
Als u tot de risicogroep behoort, kunt u niet verplicht worden om op de groep te werken. In overleg met de bedrijfsarts/behandelaar kunt u andere werkzaamheden doen vanuit huis of (elders) op de locatie.
Een huisgenoot van mijn gastouders of pedagogisch medewerker behoort tot de risicogroepen. Mag de gezonde gastouder of pedagogisch medewerker werken?
Personeelsleden/gastouders die in een risicogroep vallen en/of een gezinslid hebben die in de risicogroep valt, kunnen niet worden verplicht te werken op de groep en gaan in overleg andere werkzaamheden doen vanuit huis of (elders) op de locatie. De werknemer gaat hierover in overleg met bedrijfsarts/behandelaar.
In het geval van gastouderopvang, is het aan de gastouder om te beoordelen of de gastouder zich binnen zijn/haar ‘werksetting’ comfortabel genoeg voelt, om binnen de geldende maatregelen, open te gaan. Als hierin onvoldoende oplossing kan worden gevonden, dan is het aan de gastouder een afweging te maken om (nog) niet open te gaan. De gastouder kan de (huis)arts of de GGD raadplegen voor advies.
Wat moet ik doen als kinderopvangorganisatie als de ouder de factuur niet of onvolledig betaalt (in de periode dat de opvang gesloten is)?
Dit is afhankelijk van het contract dat u met de ouder bent overeengekomen. Voor het recht op kinderopvangtoeslag, zal de ouder de volledige factuur moeten blijven betalen. Daarom adviseert de overheid u om uw klanten te vragen de volledige factuur te blijven betalen. U kunt hen er daarbij op wijzen dat zij dan kinderopvangtoeslag blijven ontvangen en dat de overheid de eigen bijdrage compenseert tot de (wettelijk vastgelegde) maximum uurprijs.
Wat doe ik als kinderopvangorganisatie als ik moeite heb om (nood)opvang te blijven bieden?
Treed in contact met de gemeente om te bespreken op welke wijze er eventueel kan worden samengewerkt met andere opvanglocaties (scholen of kinderopvang).
Mag ik kinderen van ouders in cruciale beroepen ook onderbrengen in één van mijn andere vestigingen?
In de praktijk zien we dat kinderopvangorganisaties die bijvoorbeeld meerdere vestigingen hebben, enkele vestigingen openhouden om de kinderen van deze ouders in cruciale beroepsgroepen op te vangen. Dit clusteren is toegestaan.
Kan ik als gastouderbureau de uren noodopvang factureren bij de ouder?
Een gastouder kan noodopvang aanbieden binnen haar beschikbare capaciteit als die uren worden doorbetaald door andere ouders die geen gebruik maken van de opvang. De noodopvang is zonder extra kosten voor ouders. Ouders die gebruik maken van noodopvang mogen dus geen factuur krijgen voor éxtra uren. Wel voor hun gewone uren. Zij hoeven dus ook geen wijzigingen door te geven aan de Belastingdienst voor wat betreft het aantal uren.
Ouders die al gebruik maken van kinderopvang, is gevraagd hun factuur door te betalen. De eigen bijdrage (tot de maximum uurprijs) wordt achteraf gecompenseerd.
Als een ouder die werkzaam is in een cruciale beroepsgroep meer uren opvang nodig heeft, kan met het gastouderbureau worden bekeken op welke wijze dit kan worden ondervangen (bijvoorbeeld door het inzetten van een andere gastouder). Mocht het gastouderbureau er niet uitkomen, kan er in overleg met de gemeente naar een passende oplossing worden gekeken.
Als de school, ondanks de oproep van het kabinet, er toch voor kiest om halve dagen onderwijs te geven, ben ik dan verplicht om de kinderen de andere helft van de dag op te vangen?
Nee, BSO’s en gastouders zijn niet verplicht om de kinderen op te vangen wanneer basisscholen er voor kiezen om halve dagen school te verzorgen. Het kabinet heeft de basisscholen dringend opgeroepen om hele dagen onderwijs te verzorgen en hierover duidelijke afspraken te maken met de betrokken BSO’s.
Basisscholen en BSO’s/gastouders kunnen er samen voor kiezen om afspraken te maken wat betreft haal- en brengtijden op andere momenten dan in het reguliere contract staat. Let er wel op dat het aantal uren dat een kind kan worden opgevangen, in beginsel gemaximeerd is tot (de omvang van) het contract dat een ouder met de BSO heeft.
Als de BSO/gastouderopvang/kinderopvang weer open is en de groep(en) vol zijn, kan/moet ik dan nog noodopvang aanbieden?
Uw gemeente is verantwoordelijk voor de organisatie van de noodopvang. Deze noodopvang vindt zoveel mogelijk plaats op bestaande opvanglocaties. Als er op uw opvanglocatie na 11 mei geen plek meer is voor noodopvang, kunt u de ouder verwijzen naar de gemeente. De gemeente zal zich dan – in overleg met de ouder en andere opvanglocaties/gastouders – inspannen om een geschikte plek te vinden voor het betreffende kind/de betreffende kinderen.
Als er meer vraag dan plek is voor noodopvang, hoe kan ik dan kiezen wie ik wel en niet een plek bied?
De groep reguliere kinderen wordt als eerste een opvangplek geboden. Voor de BSO geldt dat ouders met een contract (reguliere kinderen) bij de BSO terecht kunnen op de dagen dat zij naar school gaan. Het aantal uren dat een kind kan worden opgevangen, is wel afhankelijk van (de omvang van) het contract dat een ouder met de BSO heeft. Noodopvang kan worden geboden, mits de BKR niet wordt overschreden en het aantal kinderen niet groter wordt dan het aantal kindplaatsen waarvoor vergunning is gegeven. Als de BKR dreigt te worden overschreden, dan dient u contact op te nemen met de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor de organisatie van de noodopvang en zal zich dan – in overleg met de ouder en andere opvanglocaties/gastouders – inspannen om een geschikte plek te vinden voor het betreffende kind/de betreffende kinderen.
Waar kan ik terecht voor vragen?
Kinderopvangorganisaties en ouders kunnen terecht op deze website voor de meest actuele informatie. Vragen aan de Belastingdienst? Kijk op de website van de Belastingdienst of stel ze via de BelastingTelefoon (0800-0543). Houdt u dan wel rekening met een langere wachttijd dan normaal. Kinderopvangorganisaties kunnen daarnaast terecht op Veranderingenkinderopvang.nl. Ook kunnen zij zich richten tot hun brancheorganisaties. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is in nauw contact met brancheorganisaties over de vragen die bij kinderopvangorganisaties leven.
Bron : Rijksoverheid