corona

Kinderopvangorganisaties en corona (versie 01-07-2020)

Deel dit bericht op:
corona

Update wegens aangepaste maatregelen

Er zijn veel vragen over kinderopvang en het coronavirus. Hieronder een vraag en antwoord van de Rijksoverheid, bestemd voor kinderopvangorganisaties en gastouders (bijgewerkt op 1 juli 2020 18:15 PM)

Hier vindt u de meest gestelde vragen over de gevolgen van het coronavirus voor kinderopvangorganisaties en gastouders.

Veelgestelde vragen van kinderopvangorganisaties en gastouders over coronavirus

De kinderdagopvang (kinderen van 0 – 4 jaar) en de gastouderopvang  (kinderen van 0 -12 jaar) zijn per 11 mei volledig open. De buitenschoolse opvang (BSO) is sinds 8 juni weer volledig open gegaan. De kinderen kunnen vanaf dan weer op hun normale vertrouwde dagen op de BSO terecht. Daarmee is ook de vergoeding die ouders van de overheid ontvingen voor het doorbetalen van de eigen bijdrage voor de kinderopvang gestopt. De vergoeding dekt de periode van 16 maart tot 8 juni.  Hieronder vindt u de meest gestelde vragen over de gevolgen van het coronavirus voor kinderopvangorganisaties en gastouders.

Per wanneer stopt de noodopvang?

Per 1 juli stopt de noodopvang. Dit geldt voor de kinderen van alle ouders.

Welke maatregelen moet ik als kinderopvangorganisatie of gastouder nemen?

Er is een protocol voor de kinderopvang en gastouders waarin staat welke maatregelen zij per 11 mei moeten nemen. In dit protocol wordt ingegaan op een aantal praktische aspecten rondom veiligheid en hygiëne.

Het procotol voor de kinderopvang wordt regelmatig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten. De meest actuele versie kunt u vinden via Veranderingenkinderopvang.nl.

Wanneer moet een kind thuis blijven?

Het kind mag niet naar de kinderopvang (kinderdagopvang, BSO en gastouderopvang) als:     

  • het kind één van de volgende klachten heeft: neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn, hoesten, verhoging tot 38 graden en/of plotseling verlies van reuk of smaak;
  • of als het kind een volwassen gezinslid heeft met koorts (boven 38 graden Celsius) en/of benauwdheid.       

Er geldt een uitzondering voor kinderen van 0 tot 4 jaar en kinderen in groep 1 of 2 van de basisschool met neusverkoudheid. Voor deze kinderen geldt dat zij bij een neusverkoudheid gewoon naar de kinderopvang (kinderdagopvang, BSO en gastouderopvang) mogen, behalve:       

  • als het kind ook koorts of andere COVID-19-klachten heeft;       
  • als het kind een contact is van een patiënt met een bevestigde COVID-19-infectie;   als het kind een volwassen gezinslid heeft met klachten passend bij COVID-19  (neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn, lichte hoest, verhoging, koorts vanaf 38 graden en/of plotseling verlies van reuk of smaak);

Mogen kinderen met neusverkoudheid naar de kinderopvang?

Voor kinderen van 0 tot 4 jaar en kinderen in groep 1 of 2 van de basisschool geldt dat zij bij een neusverkoudheid naar de kinderopvang (kinderdagopvang, BSO en gastouderopvang) mogen, behalve:       

  • als het kind ook koorts of andere COVID-19-klachten heeft;       
  • als het kind een contact is van een patiënt met een bevestigde COVID-19-infectie;
  • als het kind een volwassen gezinslid heeft met klachten passend bij COVID-19:
    • verkoudheidsklachten;
    • hoesten;
    • koorts (vanaf 38 graden);
    • benauwdheid;
    • plotseling verlies van reuk of smaak;
    • een combinatie van bovenstaande. 

Voor kinderen in groep 3 en hoger gelden de normale regels voor thuisblijven:      

  • bij verkoudheidsklachten of andere klachten die passen bij COVID-19:
    • verkoudheidsklachten;
    • hoesten;
    • koorts (vanaf 38 graden);
    • benauwdheid;
    • plotseling verlies van reuk of smaak;
    • een combinatie van bovenstaande. 
  • of als het kind een volwassen gezinslid heeft met koorts (vanaf 38 graden) of benauwdheidsklachten, of beide. 

Het RIVM heeft een handreiking bij neusverkouden kinderen opgesteld. De handreiking wordt regelmatig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten.

Waarom mogen jonge kinderen wel met neusverkoudheid naar de kinderopvang?

Jonge kinderen zijn vaak verkouden en worden daarom nu vaak geweigerd door de kinderopvang omdat neusverkoudheid een klacht van COVID-19 kan zijn.Bij kinderen verloopt COVID-19 echter niet ernstig en hun rol in de verspreiding van COVID-19 lijkt beperkt te zijn. Daarom mogen kinderen van 0 tot 4 jaar en kinderen in groep 1 of 2 van de basisschool ook met een neusverkoudheid naar de kinderopvang.

Als een kind langdurig verkoudheidsklachten of hooikoorts heeft, kan hij of zij dan wel naar de kinderopvang?

Als het kind elk jaar hooikoorts heeft of chronisch verkouden is, dan herkent de ouder deze klachten. Het kind mag dan gewoon naar school of de kinderopvang. Bij twijfel, of als de klachten anders zijn dan gewend, blijft het kind thuis tot de (nieuwe) klachten voorbij zijn of laat uw kind testen op het coronavirus

Voor kinderen van 0 tot 4 jaar en kinderen in groep 1 of 2 van de basisschool geldt dat zij bij een neusverkoudheid gewoon naar de kinderopvang (kinderdagopvang, BSO en gastouderopvang) mogen. Zie hiervoor de bovenstaande vragen.

Kunnen kinderen ook getest worden?

Kinderen kunnen, op verzoek van de ouders, net als iedereen worden getest bij klachten passend bij COVID-19.

Ouders zijn echter niet verplicht om hun kind te laten testen. Kindercentra mogen niet eisen dat een kind wordt getest.

Bij een positieve uitslag wordt bron- en contactonderzoek ingesteld. Bij een negatieve testuitslag mag het kind naar de kinderopvang, als het alleen neusverkouden is en verder niet ziek.

Als op de kinderopvang in een groep 3 of meer kinderen klachten hebben die passen bij COVID-19 wordt geadviseerd om deze kinderen te testen. De kinderopvangorganisatie neemt dan contact op met de GGD.  Zie ook de Handreiking uitbraakonderzoek COVID-19 op kindercentra en basisscholen.

Op de pagina Testen op corona vindt u meer informatie over het testen.

Kan ik mij als pedagogisch medewerker/gastouder laten testen op het coronavirus?

Per 1 juni kan iedereen met de volgende klachten zich laten testen op het coronavirus:

  • neusverkoudheid,
  • loopneus,
  • niezen,
  • hoesten,
  • verhoging tot 38 graden of koorts (vanaf 38 graden);
  • plotseling verlies van reuk of smaak.

Ik ben werkzaam bij de kinderopvang/BSO en ik behoor tot de risicogroep. Moet ik thuis blijven of kan ik aan het werk?

Als u tot de risicogroep behoort, kunt u niet verplicht worden om op de groep te werken. In overleg met de bedrijfsarts/behandelaar kunt u andere werkzaamheden doen vanuit huis of (elders) op de locatie.

Een huisgenoot van mijn gastouders of pedagogisch medewerker behoort tot de risicogroepen. Mag de gezonde gastouder of pedagogisch medewerker werken?

Personeelsleden/gastouders die in een risicogroep vallen en/of een gezinslid hebben die in de risicogroep valt, kunnen niet worden verplicht te werken op de groep en gaan in overleg andere werkzaamheden doen vanuit huis of (elders) op de locatie. De werknemer gaat hierover in overleg met bedrijfsarts/behandelaar.

In het geval van gastouderopvang, is het aan de gastouder om te beoordelen of de gastouder zich binnen zijn/haar ‘werksetting’ comfortabel genoeg voelt, om binnen de geldende maatregelen, open te gaan. Als hierin onvoldoende oplossing kan worden gevonden, dan is het aan de gastouder een afweging te maken om (nog) niet open te gaan. De gastouder kan de (huis)arts of de GGD raadplegen voor advies.

Mag een school ook na 8 juni een continurooster aanhouden? 

Het uitgangspunt is dat scholen per 8 juni terugkeren naar hun normale schoolrooster. Hierbij houden zij rekening met eventuele noodzakelijke gespreide breng- en haaltijd om voor voldoende afstand tussen volwassenen te zorgen. Dit staat in het protocol.

De buitenschoolse opvang (BSO) is open op normale tijden.

Als een school de vaste schooltijden wil aanpassen, gelden de normale procedures. Zoals afstemming met de medezeggenschapsraad van school.

Ook heeft de school de verantwoordelijkheid voor een goede aansluiting van de kinderopvang op de schooltijden. Daarom zal school met de BSO’s afspraken moeten maken. Als een BSO mogelijkheden heeft het aanbod te verruimen met aangepaste openingstijden, zal de BSO dit ook eerst moeten afstemmen met de Oudercommissie van de BSO.

Extra opvanguren worden in rekening gebracht bij de ouders. Ouders moeten wel instemmen met een contractuitbreiding en een wijzing doorgeven bij de Belastingdienst voor de kinderopvangtoeslag.

Andere vragen over de gevolgen van het coronavirus voor de kinderopvang

Kinderopvangorganisaties en ouders kunnen terecht op deze website voor de meest actuele informatie.

Vragen aan de Belastingdienst? Kijk op de website van de Belastingdienst of stel ze via de BelastingTelefoon (0800-0543). Houdt u dan wel rekening met een langere wachttijd dan normaal.

Kinderopvangorganisaties kunnen daarnaast terecht op Veranderingenkinderopvang.nl. Ook kunnen zij zich richten tot hun brancheorganisaties.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is in nauw contact met brancheorganisaties over de vragen die bij kinderopvangorganisaties leven.

Bron : Rijksoverheid