In de kinderopvang ging uitstroom van 8,7 duizend naar 9,9 duizend (+14,5 procent)
De instroom van werknemers in de sector zorg en welzijn was in het eerste kwartaal van 2020 lager dan een jaar eerder. Tegelijkertijd was de uitstroom hoger. Per saldo groeide het aantal werknemers in het eerste kwartaal van 2020 nog steeds, maar minder sterk dan in de laatste jaren. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS voor het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. In de loop van het eerste kwartaal werd de gezondheidszorg geconfronteerd met de eerste gevolgen van de coronapandemie. In hoeverre dat effect heeft gehad op de hier gepresenteerde ontwikkelingen is niet onderzocht.
Tussen het eerste kwartaal van 2010 en hetzelfde kwartaal van 2020 groeide het aantal werknemers in de sector zorg en welzijn van ruim 1,2 miljoen naar ruim 1,3 miljoen. Vanaf het vierde kwartaal van 2016 nam het aantal werknemers vrijwel elk kwartaal sneller toe. In het laatste kwartaal van 2019 kwamen er nog bijna 51 duizend bij ten opzichte van een jaar eerder, in het eerste kwartaal van 2020 ruim 39 duizend. Dat was het verschil tussen ruim 164 duizend instromers en ruim 125 duizend uitstromers.
Minder herintreders dan begin vorig jaar
In het eerste kwartaal van 2019 bestond de instroom in de sector uit bijna 166 duizend werknemers, ruim duizend meer dan begin 2020. Dit verschil is volledig toe te schrijven aan de vermindering van het aantal herintreders. Terwijl het aantal afstudeerders, zij-instromers en overige instromers hoger lag, kwamen er begin dit jaar ruim 3 duizend herintreders minder de sector binnen.
Vooral minder instroom in jeugdzorg
De terugloop van het aantal instromers in de sector was niet algemeen. In 4 van de 10 branches kwamen er in het eerste kwartaal meer werknemers bij dan een jaar eerder. Bij de huisartsen en gezondheidscentra, de bedrijfstak met de minste werknemers, kwam er ruim een tiende bij (300). Ook in de omvangrijke branche verpleging, verzorging en thuiszorg lag de instroom hoger (5,9 procent). Daar stroomden bijna 3,4 duizend meer werknemers in dan in het eerste kwartaal van 2019.
Uitschieters de andere kant op waren er in de branches sociaal werk en jeugdzorg. Stroomden een jaar geleden in de jeugdzorg nog bijna 5,3 duizend werknemers in, begin dit jaar waren dat er minder dan 3,7 duizend (-30,8 procent). In het sociaal werk verminderde de instroom van 10,4 duizend naar bijna 9 duizend (-14,1 procent).
Ontwikkeling instroom werknemers sector zorg en welzijn, 1e kwartaal 2020
Branche | % verandering t.o.v. een jaar eerder (% verandering t.o.v. een jaar eerder) |
Zorg en welzijn (breed) | -0,9 |
Huisartsen en gezondheidscentra | 10,3 |
Verpleging, verzorging en thuiszorg | 5,9 |
Universitair medische centra | 2,1 |
Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg | 1,9 |
Gehandicaptenzorg | -1,5 |
Geestelijke gezondheidszorg | -3,5 |
Kinderopvang (incl. peuterspeelzaalwerk) | -4,1 |
Overige zorg en welzijn | -6,3 |
Sociaal werk | -14,1 |
Jeugdzorg | -30,8 |
Alleen in ziekenhuizen en overige specialistische zorg minder uitstroom
Ook de ontwikkeling van de uitstroom van werknemers uit de sector in het eerste kwartaal verschilt per branche. In alle branches lag die hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2019, behalve voor de branche ziekenhuiszorg en overige medisch specialistische zorg. Daar lag de uitstroom 7,4 procent lager (16,4 duizend werknemers in het eerste kwartaal van 2019 tegen 15,2 duizend in het eerste kwartaal van dit jaar).
Vooral in de branches kinderopvang en overige zorg en welzijn viel de uitstroom begin 2020 hoger uit dan een jaar eerder. In de kinderopvang ging de uitstroom van 8,7 duizend naar 9,9 duizend (+14,5 procent) en in de overige zorg en welzijn van 14,2 duizend naar 16,8 duizend (+18,1 procent). Onder deze laatste branche vallen onder andere tandartsen, fysiotherapeuten, ambulancediensten en verloskundigen.
Ontwikkeling uitstroom werknemers sector zorg en welzijn, 1e kwartaal 2020
Branche | % verandering t.o.v. een jaar eerder (% verandering t.o.v. een jaar eerder) |
Zorg en welzijn (breed) | 5,5 |
Overige zorg en welzijn | 18,1 |
Kinderopvang (incl. peuterspeelzaalwerk) | 14,5 |
Gehandicaptenzorg | 8,6 |
Sociaal werk | 7,1 |
Huisartsen en gezondheidscentra | 5,1 |
Universitair medische centra | 4,5 |
Verpleging, verzorging en thuiszorg | 4 |
Jeugdzorg | 2,5 |
Geestelijke gezondheidszorg | 1,5 |
Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg | -7,4 |
Bron : CBS