Wereldwijd zijn er relatief weinig kinderen gemeld met COVID-19, de ziekte die wordt veroorzaakt door het coronavirus SARS severe acute respiratory syndrome -CoV coronavirus -2.
Het coronavirus SARS severe acute respiratory syndrome -CoV coronavirus -2 verspreidt zich vooral onder volwassenen en van volwassen familieleden naar kinderen. Verspreiding onder kinderen of van kinderen naar volwassenen komt minder vaak voor. Over het algemeen geldt: hoe jonger het kind, hoe kleiner de rol bij de verspreiding van het virus. Lees meer over de verspreiding van het virus.
Kinderen worden minder ernstig ziek en hoeven bijna nooit opgenomen te worden in het ziekenhuis vanwege SARS-CoV-2. Zie het overzicht epidemiologische situatie COVID-19 in Nederland.
Besmettelijkheid neemt toe met de leeftijd
In de periode na de zomervakantie werd een stijgend aantal infecties met het coronavirus SARS-CoV-2 bij alle leeftijden gezien. Onder kinderen is vooral bij jongeren 13-17 jaar het aantal besmettingen toegenomen. Toch spelen kinderen nog een beperkte rol in de verspreiding van het nieuwe coronavirus in vergelijking met volwassenen. De besmettingen en besmettelijkheid van kinderen neemt echter wel toe naarmate ze ouder worden.
Het is en blijft daarom belangrijk om ook op school en thuis zo goed mogelijk de basisadviezen te volgen, zoals de hygiëneregels en het test- en thuisblijfadvies voor kinderen.
Verspreiding vaak buiten school
Uit onderzoek van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst ’en bij clusters op middelbare scholen blijkt dat verspreiding van het nieuwe coronavirus in ruim de helft van de gevallen buiten school plaatsvindt. Dat gebeurt dan vooral bij intensief contact met vrienden of klasgenoten in de vrije tijd. Besmettingen op scholen worden vooral gezien in kleine groepjes tussen leerlingen onderling en de docenten onderling. Klasgenoten hoeven daarom meestal niet allemaal in quarantaine. Vrienden en klasgenoten waarmee een kind intensief contact heeft buiten school, gaan wel in quarantaine. De GGD inventariseert bij de leerling met COVID-19 bij welke contacten quarantaine nodig is. Op basisscholen wordt nauwelijks verspreiding tussen kinderen van het coronavirus SARS-CoV-2 gezien.
Basis- en voortgezet onderwijs blijven open
Onderwijs is belangrijk voor het welzijn, de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen en jongeren. Daarom wordt ernaar gestreefd om scholen zo goed mogelijk open te houden om negatieve effecten door sluiting of beperkte openstelling te voorkomen.
De GGD’en voeren het bron en contactonderzoek uit. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft voor bron- en contactonderzoek bij kinderen een Handreiking voor contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 bij kinderen (0 tot 18 jaar) opgesteld. Hierin staan voorbeelden van maatregelen die scholen en de GGD kunnen nemen wanneer er veel besmettingen op kinderopvang en scholen zijn.
Voor informatie over speciale regels voor (school)kinderen, afstand houden, testen en thuisblijven zie Rijksoverheid.
Hygiëne in kinderdagverblijven en scholen
Goede (hand)hygiëne helpt verspreiding van het nieuwe coronavirus te voorkomen. Er zijn hygiënerichtlijnen voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang, en basisscholen. Voor middelbare scholen kan de algemene hygiënerichtlijn worden gevolgd. Besteed daarnaast extra aandacht aan het schoonmaken van handcontactpunten, zoals deurklinken, toiletbediening, lichtknopjes en trapleuningen. Maak ook elektronica, zoals computers en tablets, regelmatig schoon, bijvoorbeeld met een droge microvezeldoek.
Zie ook Hygiëne en COVID-19.
Ventileren en luchten in kinderdagverblijven en scholen
Ventilatie is belangrijk voor een prettig en gezond binnenklimaat, ook in kinderdagverblijven en scholen. Door ventileren wordt de binnenlucht ververst met buitenlucht. Goede ventilatie helpt ook om een overdracht van luchtweginfecties, zoals COVID 19, te beperken. Het is daarom belangrijk om huizen en gebouwen, zoals scholen, goed te ventileren. Dit kan door ramen op een kier te zetten, via roosters of kieren, of met mechanische ventilatiesystemen. Lucht daarnaast ruimtes waar meerdere mensen verblijven, zoals klaslokalen. Doe dat als er niet meerdere mensen in de ruimte aanwezig zijn. Doe dit bijvoorbeeld in de pauze door de ramen en deuren 10 à 15 minuten tegenover elkaar open te zetten. Hierdoor wordt de lucht binnen snel ververst. In het protocol onderwijs op school tijdens corona en in de richtlijnen ventilatie lees je meer over het goed ventileren van klaslokalen. Daarnaast is het belangrijk om je aan de basisadviezen te houden. Was bijvoorbeeld regelmatig je handen en blijf thuis bij klachten.
Zie voor meer informatie:
- Binnen- en buitenmilieu voor basisscholen
- Ventilatie en COVID-19
- Rijksoverheid.nl: ventilatie en gebouwen
- Rijksoverheid.nl: corona en ventilatie schoolgebouwen
Meer informatie voor scholen
Op Rijksoverheid.nl vind je meer informatie over het nieuwe coronavirus en verschillende soorten opvang en onderwijs. Hier staat ook uitgebreide informatie voor scholen, zoals protocollen om de verspreiding van het coronavirus zo laag mogelijk te houden:
- Kinderopvang
- Basisonderwijs en speciaal onderwijs
- Voortgezet onderwijs (middelbare scholen)
- Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)
- Hogescholen en universiteiten
- Regels voor afstand houden
Daarnaast is er op RIVM.nl ook meer informatie voor zwangere werknemers.
Onderzoek naar de rol van kinderen in verspreiding van het virus
Het RIVM doet verschillende onderzoeken naar de rol van kinderen bij de verspreiding van het nieuwe coronavirus:
- We bestuderen in detail de meldingen en uitbraken van COVID-19 die de GGD’en in Nederland doen.
- We onderzoeken samen met Nivel-peilstations de registraties van huisartsen over patiënten met griepachtige klachten die getest worden op COVID-19.
- We hebben onderzoek gedaan bij Nederlandse COVID-19 patiënten en hun gezinscontacten.
- We onderzoeken bloed van mensen op antistoffen tegen COVID-19 in de zogenoemde PIENTER Corona studie.
- We houden relevante literatuur over kinderen en COVID-19 bij. Het gaat hier ook om onderzoeken die in andere landen zijn uitgevoerd.
Gegevens van GGD’en
In alle leeftijdsgroepen is het aantal COVID-19 meldingen per 100.000 inwoners gestegen, vergeleken met de week ervoor. Het aantal meldingen is met het meest gestegen in de leeftijdsgroepen 13-17 jaar en 18-24 jaar. Zie ook de wekelijkse update.
Grafiek leeftijdsverdeling
Sla de grafiek over en ga naar de datatabelGebruik regions om naar de grafiek te springen en tussen reeksen te navigeren en tab/pijltjes toetsen om tussen onderdelen/reeksen te navigeren.
Aantal meldingen per 100.000 inwoners, per leeftijdsgroep, van 2 november t/m 13 december 2020
Lange beschrijving.
Geen beschrijving beschikbaar.
Structuur.
Staaf grafiek met 6 reeksen.De grafiek heeft 1 X-as die categories weergeeft.De grafiek heeft 1 Y-as die values weergeeft.
Bekijk als data tabel.
Grafiek afbeelding.
Aantal meldingen per 100.000 inwoners, per leeftijdsgroep, van 2november t/m 13 december 20200-1213-1718-2425-2930-3940-4950-5960-6970+0250500750wk 45wk 46wk 47wk 48wk 49wk 50
Tussen 18 september en 20 november werden kinderen tot en met 12 jaar bijna niet getest. De gegevens in deze periode geven dus een minder goed beeld dan de gegevens vóór 17 september en vanaf 20 november. Omdat na 20 november weer meer bij jonge kinderen wordt getest kan het zijn dat het aantal geteste en gemelde kinderen in deze leeftijden weer iets toeneemt. Voor kinderen van 13 t/m 17 jaar is het testbeleid niet veranderd, waardoor er van deze groep wel een constant beeld is.
In onderstaande figuur zijn de aantallen van de positief geteste personen die bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst ’en zijn gemeld. Ook zijn de daar bijbehorende percentages weergegeven. Ondanks dat kinderen van 0 t/m 17 jaar oud 20,7% (van de bevolking uitmaken, vertegenwoordigen zij een veel lager aandeel in de positief gemelde personen.
In onderstaande tabel zijn ziekenhuisopnames zoals gemeld bij de GGD’en weergegeven. Omdat het niet verplicht is om ziekenhuisopnames wegens COVID-19 te melden, zijn deze getallen lager dan het aantal personen dat in werkelijkheid in het ziekenhuis is opgenomen vanwege COVID-19.
1 juni t/m 17 september | 18 september tot 30 november | |||
---|---|---|---|---|
Leeftijdsgroep | Aantal ziekenhuisopnames | Percentage | Aantal ziekenhuisopnames | Percentage |
0 t/m 3 | 14 | 2.0% | 72 | 1.4% |
4 t/m 11 | 3 | 0.4% | 12 | 0.2% |
12 t/m 17 | 4 | 0.6% | 18 | 0.4% |
Volwassenen | 677 | 97.0% | 5033 | 98.0% |
Er is één kind overleden aan COVID-19 in Nederland. Dit betrof een kind in de leeftijdscategorie 15 t/m 17 jaar met ernstige onderliggende aandoeningen.
Sinds 1 juni 2020 kunnen alle Nederlanders met (milde) klachten getest worden op het coronavirus. Onderstaande figuur is op basis van data van de GGD teststraten.
In de grafiek is te zien dat bij kinderen het percentage positieve testen lager is dan bij volwassenen, zowel vóór als na 18 september. Het percentage positief voor 0 t/m 3 en 4 t/m 11 jarigen is vertekend in de grafiek vanaf 18 september vanwege het veranderde testbeleid in deze leeftijdsgroepen.
Vanaf 1 juni tot 30 november zijn ruim 320.000 mensen die werkzaam zijn in het onderwijs of kinderopvang getest. Van deze testen was 6% positief. Dit percentage is lager dan het totaal van 9% bij de bijna 4 miljoen volwassenen getest in de teststraten in deze periode.
Verspreiding tussen leeftijdgenoten
Bij melding van een COVID-19 patiënt kan ook worden gemeld welke andere patiënt een waarschijnlijke bron van de infectie is. Deze gegevens laten zien dat verspreiding van COVID-19 vooral plaatsvindt tussen personen van ongeveer dezelfde leeftijd. In onderstaande figuur (gegevens tot en met 14 september 2020) staan van 7.641 patiëntenparen de leeftijden van zowel de bronpatiënt als de patiënt die door hem of haar besmet werd (geïnfecteerde). De overdracht van het virus blijkt vooral plaats te vinden mensen van ongeveer dezelfde leeftijd, en minder tussen ouders en kinderen (van alle leeftijden).
Wanneer er sprake is van een heel hoog aantal meldingen, zijn de GGD’en niet altijd in staat om een uitvoerig bron- en contactonderzoek te doen. Om deze reden is bovenstaande informatie niet altijd up-to-date. Zodra de GGD’en weer uitvoerig bron- en contactonderzoek uitvoeren, kan er opnieuw onderzoek gedaan worden naar de verspreiding tussen leeftijdsgenoten. Er is geen reden om aan te nemen dat de verspreiding tussen leeftijdsgenoten veel verandert.
Besmette contacten naar leeftijd van de bronpatiënt
GGD’en voeren rond een COVID-19 patiënt bron- en contactonderzoek uit. Contacten van een bronpatiënt worden gemonitord en getest als ze klachten ontwikkelen. In de periode 29 juni t/m 6 september (week 27 t/m 36) zijn er ruim 62.000 contacten gemonitord in het kader van bron- en contactonderzoek. Onderstaande grafiek laat de absolute aantallen zien (wel/niet geïnfecteerd of niet getest) van contacten naar leeftijd van de bronpatiënt. Bijna de helft van de contacten had een bronpatiënt in de leeftijdsgroep 18-29 jaar, van 7,7% was de bronpatiënt jonger dan 18 jaar.
In het onderstaande taartdiagram staat de leeftijdsverdeling van de bronpatiënt. Van het totaal aantal besmette contacten had 0,3% (n=14) een bronpatiënt jonger dan 4 jaar, 0,7% (n=36) een bronpatiënt van 4-11 jaar, en 4,6% een bronpatiënt van 12-17 jaar. Van het overgrote deel van de contacten die besmet raakten (94,4%) was de bronpatiënt 18 jaar of ouder.
In de periode half augustus-november zijn door het hoge aantal besmettingen de GGD’en niet in staat om een uitvoerig bron- en contactonderzoek te doen. Om deze reden kan bovenstaande informatie niet geüpdatet worden. Zodra de GGD’en weer in staat zijn uitvoerig bron- en contactonderzoek te doen, kan er opnieuw onderzoek gedaan worden naar het aandeel van kinderen als bronpatiënten. Tot die tijd is er geen reden om aan te nemen dat het aandeel van kinderen als bronpatiënten is veranderd.
Besmette kinderen in huisartsenpraktijken
Rond de 40 huisartsenpraktijken in Nederland registreren het aantal patiënten dat de praktijk bezoekt vanwege griepachtige klachten, de Nivel-peilstations. Bij een deel van deze patiënten wordt een neus- en keelwat afgenomen die in het laboratorium worden onderzocht op aanwezigheid van virussen, waaronder COVID-19. Bij drie van de 218 geteste patiënten onder 18 jaar is een COVID-19 besmetting aangetroffen (1,4%). Van de 1162 geteste volwassenen waren er 83 positief (7,1%). Dit is op basis van gegevens van februari tot 30 november.
COVID-19 in Nederlandse huishoudens
Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft in het voorjaar van 2020 een onderzoek uitgevoerd om meer te weten te komen bij besmette COVID-19 personen en hun gezinscontacten. In samenwerking met GGD namen gezinnen deel aan dit onderzoek. In totaal deden er tot half april 54 huishoudens mee met 239 deelnemers, waarvan 185 huisgenoten. De resultaten van deze studie zijn inmiddels bekend. In deze gezinsstudie werd bij geen van de 54 gezinnen aanwijzingen gevonden dat een kind jonger dan 12 jaar de bron was van COVID-19 binnen het gezin.
Bron : RIVM