onderwijs

Nieuwe subsidieperiode voor voorschoolse educatie aan peuters vanwege de gevolgen van COVID-19

Deel dit bericht op:

Aanbieders van voorschoolse educatie kunnen opnieuw subsidie aanvragen voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s voor voorschoolse educatie aan peuters die dit vanwege de gevolgen van COVID-19 nodig hebben. Vorig jaar konden ook al zulke programma’s worden georganiseerd en het kabinet heeft nu €10,7 miljoen beschikbaar gesteld voor een nieuwe periode, als onderdeel van het Nationaal Programma Onderwijs. Houders van kindercentra kunnen vanaf 1 april t/m 15 mei een subsidieaanvraag indienen. Indien er na deze aanvraagperiode nog geld beschikbaar is, dan bestaat in de periode vanaf 1 augustus tot en met 10 september een mogelijkheid om alsnog een aanvraag in te dienen.

Tussen 16 december en 8 februari is vanwege de bestrijding van het coronavirus het aanbod van voorschoolse educatie aan peuters met een risico op een onderwijsachterstand stilgelegd. Daarnaast zijn er peuters die door andere coronamaatregelen minder voorschoolse educatie kunnen volgen, bijvoorbeeld vanwege quarantaine of door latere indicering. Hierdoor lopen deze peuters extra risico op achterstanden ten opzichte van andere peuters wanneer ze starten op de basisschool. De subsidie is bedoeld voor programma’s om verdere achterstand te voorkomen en om de gemiste voorschoolse educatie in te halen. 

Houders van kindercentra kunnen subsidie aanvragen voor het organiseren van inhaal- en ondersteuningsprogramma’s. De programma’s moeten aanvullend zijn aan het bestaande reguliere aanbod voor voorschoolse educatie. Alleen peuters met een indicatie voor voorschoolse educatie mogen deelnemen. Het aanbod kan alleen plaatsvinden op kindercentra die ook reguliere voorschoolse educatie aanbieden. De programma’s kunnen worden aangeboden in de zomer-, herfst- of kerstvakantie van 2021.

Meer informatie over de regeling en het indienen van een aanvraag is te vinden op de website van de Rijksoverheid.