pensioen

94% van ZZP’ers bouwt geen aanvullend pensioen op

Deel dit bericht op:

In 2020 hadden ongeveer 1,7 miljoen Nederlanders wel een inkomen uit arbeid, maar bouwden geen pensioen op bij een pensioenfonds. De tweede pijler van het pensioenstelsel is er als aanvulling op de AOW (eerste pijler) en zorgt ervoor dat werkenden na hun pensionering geen grote terugval kennen in inkomen. Grofweg de helft van de werkenden zonder opbouw in de tweede pijler werkte in 2020 als zelfstandige, de andere helft in loondienst.

Van de ZZP’ers was dat zelfs 94 % die geen aanvullend pensioen opbouwen, terwijl dit om ongeveer 13% van de werknemers gaat. Tussen 2016 en 2020 zijn deze cijfers stabiel gebleven.

Pensioenopbouw door ZZP’ers vindt vrijwel uitsluitend plaats in sectoren waar het verplicht is. In alle andere sectoren bouwen ZZP’ers nauwelijks aanvullend pensioen op, namelijk maar tussen de 2 en 4 procent. Zelfstandigen met een hoger inkomen nemen vaker deel aan de tweede pijler.

Werknemers die geen pensioen opbouwen buiten de AOW, zijn vaker personen jonger dan 40 jaar, vrouwen en personen met een migratieachtergrond. Werknemers met een flexibel dienstverband en werknemers bij kleine bedrijven bouwen minder vaak een pensioen op in de tweede pijler. Ook deze kenmerken zijn nauwelijks veranderd over de periode 2016-2020.

Achter blijven bij pensioenopbouw duurt vaak lang

De meeste ZZP’ers hebben in latere jaren nog steeds geen aanvullende pensioenopbouw. Uit het onderzoek blijkt dat slechts 8 % van de ZZP’ers na 5 jaar wel pensioen is gaan opbouwen.

Het achterblijven in pensioenopbouw zorgt ook voor een zeer ongelijke verdeling van pensioenopbouw. Werkenden die wel pensioen opbouwden in 2020 hebben een veel hoger pensioenvermogen dan degene die geen pensioen opbouwen. Als voorbeeld : de groep die wel pensioen opbouwt heeft een vermogen van € 100.000 terwijl de groep die het niet opbouwt (meestal dus de ZZP’ers) slechts € 25.000 aan pensioenvermogen opgebouwd

Geen compensatie met ander vermogen

De achterblijvende opbouw in de tweede pijler zou minder problematisch zijn als dit gecompenseerd zou worden met andere vermogensvormen. Dit is echter niet het geval.

Er wordt zeer beperkt vermogen opgebouwd met andere vormen van pensioensparen, zoals via levensverzekeringen. Deze andere vormen die niet via de werkgever lopen, vormen de derde pijler van het Nederlands pensioenstelsel. Over het geheel genomen, vormt de derde pijler maar zeer beperkt compensatie voor gebrekkige opbouw onder de tweede pijler. De opbouw in deze derde pijler is maar zeer beperkt (8 % van de werknemers, 11 % van de zelfstandigen).

Ongeveer 8 procent van de werknemers heeft in 2020 enige derde-pijlerpremie ingelegd.

Financiële problemen

Een groot gedeelte van de zelfstandigen bouwt meerdere jaren achter elkaar geen tweede pijlerpensioen op. Dat wordt ook niet gecompenseerd met andere vormen van pensioensparen. Na pensionering is er dus een risico dat deze zelfstandigen te maken krijgt met een forse terugval van het inkomen en daardoor in financiële problemen raakt.

Bovenstaande informatie blijkt uit een Occasional Study van DNB, op basis van microdata van het CBS over pensioenopbouw onder werkenden.

Informatie ZZP’ers

Een ZZP’er is een ondernemer en hoort zichzelf goed te verdiepen in het ondernemerschap en alles wat erbij hoort. Dat is echter vaak niet het geval. Door de personeelstekorten en het gebrek op controle en handhaving van wet DBA is het aantal ZZP’ers sterk gegroeid. Maar ook het aantal bemiddelingsbureaus dat baat heeft bij een grote groep zelfstandigen. Of deze genoeg informatie verstrekken over de gevolgen van het zzp’er zijn is maar zeer de vraag. Het verdienmodel van deze organisaties is toch gericht op het verkrijgen van een zo groot mogelijk aanbod. Ook voor branches en beroepsgroepen waar het werken door ZZP’ers niet eens kan volgens de wetgeving.

Niet alleen worden er dus weinig pensioenverzekeringen afgesloten, het merendeel sluit ook geen arbeidsongeschiktheidsverzekering af. Slechts iets meer dan 20 % (cijfers uit 2017) heeft een AOV.  Vaak wordt ook wel gedacht dat het niet nodig is (ik ben toch wel gezond).